Bevoegdheden Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

De Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer (BOA OV RET) is in dienst van de RET. Hij of zij is herkenbaar aan het uniform en aan het BOA-logo. Is een BOA OV RET in ‘burger’, dan zal hij of zij zich met het BOA-legitimatiebewijs legitimeren. De BOA OV RET mag zijn bevoegdheden toepassen in het hele RET-vervoergebied en bij de vervoerbedrijven waar de RET een overeenkomst mee heeft afgesloten.

Toezicht houden

De BOA OV RET treedt op als de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt verstoord of het risico bestaat dat de orde, rust, veiligheid of goede bedrijfsgang wordt verstoord. Je bent in dat geval verplicht de aanwijzingen van de BOA op te volgen.

Ook komt de BOA OV RET bijvoorbeeld in actie als:

  • Het personeel van de RET wordt gehinderd om het werk goed te doen;
  • Passagiers misbruik maken van voorzieningen (bijvoorbeeld trekken aan de noodrem);
  • Er vuurwerk wordt afgestoken;
  • Iemand in metro, tram, bus, op het station of bij de halte rookt;
  • Er overal rommel ligt en de voertuigen of de stations zijn vervuild.

Controleren van vervoerbewijzen

De BOA OV RET mag een proces-verbaal uitschrijven, wanneer een reiziger onder andere:

  • zonder geldig te zijn ingecheckt op een station of in een bus, tram of metro is;
  • zijn of haar vervoerbewijs niet aan de BOA OV RET wil laten zien of overhandigen;
  • reist op een persoonlijk vervoerbewijs van een ander, of het vervoerbewijs heeft bewerkt. De BOA OV RET mag het vervoerbewijs dan in beslag nemen;
  • de controle door de BOA OV RET belemmert.

Aanhouden

De BOA OV RET mag een reiziger onder andere aanhouden wanneer hij of zij wordt verdacht van een of meerdere strafbare feiten. Dit zijn:

  • beledigen van een RET-medewerker;
  • spugen naar een RET-medewerker;
  • bedreigen van een RET-medewerker;
  • mishandeling;
  • zich verzetten;
  • het niet tonen van een geldig identiteitsbewijs. De reiziger is namelijk verplicht om, wanneer het identiteitsbewijs wordt gevorderd, zijn of haar identiteitsbewijs te laten zien. Doe je dit niet, dan past de BOA OV RET een identiteitsfouillering toe;
  • het opgeven van een valse naam;
  • vernieling;
  • schennis plegen;
  • openlijke geweldpleging.

De BOA OV RET mag de reiziger aanhouden wanneer deze agressief of vluchtgedrag vertoont. De BOA OV RET is geweldsbevoegd (toegekend met gebruikmaking van handboeien) en is bovendien bevoegd een veiligheidsfouillering toe te passen, ter afwending van dreigend gevaar. BOA’s van de RET hebben de mogelijkheid om op afstand een ID-check te doen bij de politie. Deze check is bij twijfel over de identiteit van de verdachte nodig om een proces verbaal uit te kunnen schrijven. De politie wisselt de gegevens nu uit met de RET-BOA’s via de het beveiligde communicatiesysteem van de veiligheidsafdeling van de RET. BOA’s van de RET mogen zelf arrestanten overbrengen naar het politiebureau. Zij hoeven niet meer te wachten totdat de politie ter plaatse is. Daarmee wordt de kans op frustratie en escalatie tijdens het wachten verkleind.

Wetten en artikelen

De BOA OV is bevoegd om te handhaven op de volgende artikelen en wetten voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet. De artikelen die van toepassing zijn op de BOA OV RET zijn hieronder vet weergegeven.

Domein IV Openbaar vervoer

1. Algemene plaatselijke verordeningen, voor zover deze verordeningen samenhangen met het vervoer van personen en voor zover de BOA OV is aangewezen door het bevoegd gezag;

2. Besluit personenvervoer 2000;

3. Artikelen 15a lid 1 en lid 2, 23 lid 1 sub a, b en e, 62 juncto bord C1, C11, C12, C13, C14, C15, C16 en C17, 24 lid 1 sub b, 62 juncto 71 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

4. Spoorwegwet;

5. Artikel 5 Wegenverkeerswet 1994;

6. Wet lokaal spoor;

7. Wet personenvervoer 2000;

8. Artikelen141, 157, 177, 179, 180, 181, 182, 184, 184a, 185, 225, 239, 266/267, 284, 285, 300 juncto artikel 304 onder ten tweede, 310, 311, 350, 416, 424, 426, 435, onder ten vierde, 447e en 461 Wetboek van Strafrecht;

9. Andere strafbare feiten, indien hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek of voor een concreet project door een officier van justitie wordt belast voor de duur van dat onderzoek of project.

Politiebevoegdheden en Geweldsmiddelen

De BOA OV kan optioneel beschikken over de politiebevoegdheden bedoeld in artikel 7 eerste, derde en vierde lid van de Politiewet 2012 en kan optioneel beschikken over handboeien en/of wapenstok.