Railvoertuigen kunnen in het najaar, als de bladeren van de bomen vallen, veel last hebben van extreme gladheid. De gladheid kan plotseling opkomen, bijvoorbeeld op het moment dat het begint te regenen. Dit ongemak geldt voor zowel de metro als de tram. Door een combinatie van bladeren en vocht kan een bestuurder soms zijn voertuig niet op tijd tot stilstand brengen.

Bij de metro zorgt dit dat de metro bij het perron te ver doorglijdt. Voor reizigers lijkt het dan alsof de bestuurder vergeet te stoppen, want ook bij een lage snelheid kan de metro toch doorglijden.

De tram heeft niet alleen te maken met het soms te ver doorglijden bij de halte; soms ontstaan gevaarlijke verkeerssituaties wanneer voetgangers nog even vlak voor een rijdende tram de trambaan oversteken en hiermee geen rekening houden.