Hoe werkt reizen met de OV-chipkaart?
Om te kunnen reizen met je OV-chipkaart moet er eerst saldo of een geldig reisproduct op de kaart staan. Een reisproduct is bijvoorbeeld een abonnement of een dagkaart. Het maakt niet uit van welke vervoerder de OV-chipkaart is. Je kunt met elke OV-chipkaart reizen bij de RET, zo lang er maar saldo of een geldig reisproduct (voor de RET) op staat.
Als je een persoonlijke OV-chipkaart hebt, dus een kaart die op naam staat, kun je kiezen voor automatisch opladen. Daarmee heb je automatisch altijd voldoende saldo om te reizen. Je kunt hier automatisch opladen aanvragen.
Om zelf saldo of een reisproduct op je OV-chipkaart te laden, kun je terecht bij onze Verkoop- & oplaadautomaten in alle metrostations van de RET of bij een Oplaad- & ophaalautomaat bij jou in de buurt. Zodra je een reisproduct of voldoende saldo op je OV-chipkaart hebt gezet kun je inchecken. Dat doe je door je kaart op ongeveer een centimeter afstand stil voor het OV-chipkaartlogo op de kaartlezer te houden. Daarna gaat het poortje vanzelf open of geeft de kaartlezer een bevestigingssignaal. Het systeem controleert automatisch of je voldoende saldo of een geldig reisproduct op de kaart hebt. Zonder kun je niet inchecken.
Ben je aan het eind van jouw reis? Dan check je uit door je kaart weer voor de kaartlezer te houden. Als je op saldo reist, schrijft het systeem bij het inchecken automatisch een borgbedrag af. Elk vervoerbedrijf heeft zelf de hoogte van die borg bepaald. Bij de RET is de borgsom per reis 4 euro. Bij het uitchecken berekent het systeem de kosten van de reis. Zijn de kosten voor je reis lager dan de borg, dan krijg je het restant meteen weer teruggestort op je kaart.
Je hebt altijd een positief saldo nodig om met je OV-chipkaart te kunnen reizen. Zodra je een negatief saldo (dus onder de nul euro) hebt, moet je eerst je kaart weer opladen. Daarna kun je weer verder reizen. Ook belangrijk om te weten: als je reist met de OV-chipkaart, checkt je altijd in en uit. Dus ook als je overstapt!